Vertaling van "bedoelde personeelsleden belast " (Nederlands → Frans) :

2. Er zijn nog enkele bepalingen van de FANC-wet die nog uitgevoerd dienen te worden: - artikel 10bis, § 2-3: "De in artikel 9 bedoelde personeelsleden delen de nuttige inlichtingen die zij bij hun onderzoek hebben ingewonnen mee aan de personeelsleden belast met het toezicht op andere wetgevingen.
2. Certaines dispositions de la loi AFCN doivent encore être exécutées: - article 10bis, § 2-3: "Les membres du personnel visés à l'article 9 communiquent les renseignements utiles recueillis lors de leur enquête aux membres du personnel chargés du contrôle d'autres législations.

Personeelsleden van de Nederlandse taalrol van de bijlage bij het koninklijk besluit van 18 maart 2015 tot aanduiding van sommige personeelsleden van de infrastructuurbeheerder die belast zijn met vaststellingen bedoeld in art. 70, §§ 2 en 3, van de Spoorcodex, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juli 2017, worden de woorden « COLEMONT Wim 2/01/1977 » ingevoegd tussen de woorden « CHAPELLE Johan 18/09/1960 » en de woorden « COOLS Benjamin 29/05/1962 ».
Membres du personnel du rôle linguistique néerlandophone, de l'arrêté royal du 18 juillet 2015 désignant certains membres du personnel du gestionnaire de l'infrastructure chargés des constats à l'art. 70, §§ 2 et 3, du Code ferroviaire, modifiée par l'arrêté royal du 18 juillet 2017, les mots « COLEMONT Wim 2/01/1977 » sont insérés entre les mots « CHAPELLE Johan 18/09/1960 » et les mots « COOLS Benjamin 29/05/1962 ».

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER - 24 SEPTEMBER 2017 - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 2015 tot aanduiding van sommige personeelsleden van de infrastructuurbeheerder die belast zijn met vaststellingen bedoeld in art. 70, §§ 2 en 3, van de Spoorcodex
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS - 24 SEPTEMBRE 2017 - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 18 mars 2015 désignant certains membres du personnel du gestionnaire de l'infrastructure chargés des constats visés à l'art. 70, §§ 2 et 3, du Code ferroviaire

Overwegende het koninklijk besluit van 18 juli 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 2015 tot aanduiding van sommige personeelsleden van de infrastructuurbeheerder die belast zijn met vaststellingen bedoeld in art. 70, §§ 2 en 3, van de Spoorcodex;
Considérant l'arrêté royal du 18 juillet 2017 modifiant l'arrêté royal du 18 mars 2015 désignant certains membres du personnel du gestionnaire de l'infrastructure chargés des constats visés à l'art. 70, §§ 2 et 3, du Code ferroviaire;

Overwegende dat de naam COLEMONT Wim werd weggelaten in punt 1 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 18 maart 2015 tot aanduiding van sommige personeelsleden van de infrastructuurbeheerder die belast zijn met vaststellingen bedoeld in art. 70 §§ 2 en 3, van de Spoorcodex, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juli 2017;
Considérant que le nom COLEMONT Wim a été omis au point 1 de l'annexe à l'arrêté royal du 18 mars 2015 désignant certains membres du personnel du gestionnaire de l'infrastructure chargés des constats visés à l'art. 70, §§ 2 et 3, du Code ferroviaire, telle que modifiée par l'arrêté royal du 18 juillet 2017;

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER - 18 JULI 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 2015 tot aanduiding van sommige personeelsleden van de infrastructuurbeheerder die belast zijn met vaststellingen bedoeld in art. 70, §§ 2 en 3, van de Spoorcodex
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS - 18 JUILLET 2017. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 18 mars 2015 désignant certains membres du personnel du gestionnaire de l'infrastructure chargés des constats visés à l'art. 70, §§ 2 et 3, du Code ferroviaire

De bosbeambten en -aangestelden, bedoeld in artikel 2, §§ 1 en 2, van het besluit van de Waalse Regering van 17 september 2015 betreffende de specifieke bepalingen die van toepassing zijn op het Departement Natuur en Bossen alsook de personeelsleden van de Directie stroperijbestrijding en verontreinigingsbestraffing van het Departement Politie en Controles, worden belast met de opsporing en de vaststelling van overtedingen van : 1° de wet van van 12 juli 1973 op het natuurbehoud; 2° het decreet van 27 maart 2014 betreffende de riviervisserij, het visbeleid en de visserijstructure; 3° de besluiten tot uitvoering van de wet en van het decreet bedoeld onder 1° en 2°».
Les agents forestiers et les préposés forestiers, visés à l'article 2, §§ 1 et 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 17 septembre 2015 relatif aux dispositions spécifiques applicables au département de la nature et des forêts, ainsi que les agents de la Direction de l'Anti-braconnage et de la Répression des pollutions du Département de la police et des contrôles, sont chargés de rechercher et de constater les infractions : 1° à la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature; 2° au décret du 27 mars 2014 relatif à la pêche fluviale, à la gestion piscicole et aux structures halieutiques; 3° aux arrêtés d'exécution de la loi et du décret visés aux 1° et 2°».

De personeelsleden van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu die onder het Departement Landelijke Aangelegenheden en Waterlopen ressorteren, worden belast met de opsporing en de vaststelling van overtedingen van : 1° de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen; 2° bedoeld in artikel D. 397, § 4, van het Waalse landbouwwetboek; 3° de besluiten tot uitvoering van de wet en van het artikel bedoeld onder 1° en 2°».
Les agents de la Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement appartenant au Département de la Ruralité et des Cours d'Eau sont chargés de rechercher et de constater les infractions : 1° à la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables; 2° visées à l'article D.397, § 4, du Code wallon de l'Agriculture; 3° aux arrêtés d'exécution de la loi et de l'article visés aux 1° et 2°».

Afdeling 2. - Opdrachten inzake de pensioenen van de statutaire personeelsleden Art. 18. De Dienst wordt belast met de toepassing van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, met uitzondering van de taken van de inning en invordering bedoeld in de artikelen 5/1, 12° en 5/2, § 1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Section 2. - Missions en matière de pensions des agents statutaires Art. 18. Le Service est chargé de l'application de la loi du 24 octobre 2011 assurant un financement pérenne des pensions des membres du personnel nommé à titre définitif des administrations provinciales et locales et des zones de police locale et modifiant la loi du 6 mai 2002 portant création du fonds des pensions de la police intégrée et portant des dispositions particulières en matière de sécurité sociale et contenant diverses dispositions modificatives, à l'exception des tâches de perception et de recouvrement visées aux articles 5/1, 12° et 5/2, § 1 de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; Gelet op het koninklijk besluit van 11 februari 2013 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt die bepaalde prestaties verrichten; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 november 2015; Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 november 2015; Gelet op het protocol nr. 713 van 14 december 2015 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; Gelet op de vrijstelling van het verrichten van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; Gelet op het advies nr. 58.792/4 van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2016, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Overwegende dat het regeerakkoord bepaalt dat de overurenreglementering voor specifieke functies of omstandigheden zal geactualiseerd worden; Overwegende dat het besluit van de Regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties opgeheven werd vanaf 1 januari 2016; Overwegende dat het noodzakelijk is om een regeling te hebben die het mogelijk maakt om buitengewone prestaties te kunnen vergoeden; Overwegende dat een wetsontwerp de invoeging van een artikel 8, § 3, in de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector voorziet, dat het mogelijk maakt overuren te betalen zonder inhaalrust wanneer er zich onvoorziene omstandigheden voordoen die dringende maatregelen vragen; Overwegende dat in afwachting van het in werking treden van zulke wettelijke bepaling, alleen het besluit van de Regent de betaling van overuren toelaat die door personeelsleden van de niveaus B, C en D worden gepresteerd; Op v ...
Vu les articles 37 et 107, alinéa 2, de la Constitution; Vu l'arrêté royal du 11 février 2013 octroyant une allocation aux membres du personnel de la fonction publique fédérale administrative qui effectuent certaines prestations; Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 23 novembre 2015; Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 27 novembre 2015; Vu le protocole n° 713 du 14 décembre 2015 du Comité des services publics fédéraux, communautaires et régionaux; Vu la dispense d'analyse d'impact de la réglementation, visée à l'article 8, § 1, 4°, de la loi du 15 décembre 2013 portant des dispositions diverses concernant la simplification administrative; Vu l'avis n° 58.792/4 du Conseil d'Etat, donné le 3 février 2016, en application de l'article 84, § 1, alinéa 1, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Considérant que l'accord de gouvernement prévoit que la réglementation relative aux heures supplémentaires pour des fonctions ou des circonstances spécifiques sera actualisée; Considérant que l'arrêté du Régent du 30 mars 1950 réglant l'octroi d'allocations pour prestations à titre exceptionnel est abrogé à partir du 1 janvier 2016; Considérant qu'une réglementation permettant d'indemniser les prestations exceptionnelles est indispensable; Considérant qu'un projet de loi prévoit l'insertion dans la loi du 14 décembre 2000 fixant certains aspects de l'aménagement du temps de travail dans le secteur public, d'un article 8, § 3, permettant le payement d'heures supplémentaires sans repos compensatoire lorsque surviennent des incidents imprévisibles nécessitant des mesures urgentes; Considérant que dans l'attente de l'entrée en vigueur de pareille disposition légale, seul l'arrêté du Régent permet de payer les heures supplémentaires effectuées par des membres du personnel des niveaux B, C et D; Sur la proposition du Ministre chargé de la Fonction publique, et de l'avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons ar ...