Op de vraag wat het nut is van die bepaling, hebben de gemachtigden van de minister verklaard dat het de bedoeling is de bepalingen van het Eerste Boek van het Strafwetboek op rechtspersonen toepasselijk te verklaren, inzonderheid die betreffende poging tot misdaad of tot wanbedrijf (artikelen 51 en volgende), herhaling (artikelen 54 en volgende), samenloop van verscheidene misdrijven (artikelen 58 en volgende) en verzachtende omstandigheden (artikelen 79 en volgende).
Interrogés sur le sens de cette disposition, les délégués du ministre ont expliqué qu'il s'agissait de rendre applicable aux personnes morales les dispositions du Livre I du Code pénal dont notamment celles relatives à la tentative (articles 51 et suivants), à la récidive (articles 54 et suivants), au concours de plusieurs infractions (articles 58 et suivants) ou encore aux circonstances atténuantes (articles 79 et suivants).