De bedragen die na de referentiedatum bedoeld in § 2, eerste lid, 2°, ten laste van de werknemer werden geïnd door de uitbetalingsinstelling voor de weerhouden en niet-weerhouden oninvorderbare dubieuze vorderingen, worden door haar geboekt onder de opbrengsten in de beheersboekhouding van de uitbetalingsinstelling.
Les montants, qui ont été recouvrés après la date de référence visée au § 2, alinéa 1, 2°, à charge du travailleur par l'organisme de paiement pour les créances douteuses irrécouvrables retenues et non retenues, sont enregistrés par l'organisme comme produits dans la comptabilité de gestion de l'organisme de paiement.