36. prijst Albanië om de economische groei die het zelfs in tijden van wereldwijde economische recessie doormaakt; wijst echter op de omvangrijke informele economie, de hoge werkloosheid en de niet-gereguleerde arbeidsmarkt in Albanië, die tot baanonzekerheid leiden en de rechten van de werknemers sterk ondermijnen; stelt vast dat het begrotingstekort en de staatsschuld stijgen;
36. félicite l'Albanie pour la croissance économique qu'elle connaît, malgré la récession économique mondiale; relève toutefois l'ampleur de son économie informelle, de son taux de chômage et du travail au noir, qui favorise l'insécurité de l'emploi et qui hypothèque les droits fondamentaux des travailleurs; relève également l'augmentation de sa dette fiscale et de sa dette publique;