Voorstel 3 : De bijwerking vanaf 1 april 2016 van artikelen 1, 5, 6, 7, 8, 11, 15, 20, 23, 25 en 28 van de Statuten met de bijgewerkte verwijzingen naar de toepasselijke wetgeving, namelijk de Europese richtlijn 2009/65/EG, de wet van 3 augustus 2012 betreffende instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen en het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging; en ingevolge de dematerialisering van effecten aan drager goedkeuren.
Proposition 3 : Approuver avec effet au 1er avril 2016 la mise-à-jour des articles 1, 5, 6, 7, 8, 11, 15, 20, 23, 25 et 28 des Statuts avec les références légales actualisées, à savoir la directive européenne 2009/65/CE, la loi de 3 août 2012 relative aux organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la Directive 2009/65/CE et aux organismes de placement en créances, et l'arrêté royal de 12 novembre 2012 relatif à certains organismes de placement collectif ; et suite à la dématérialisation des titres au porteur.