« Schendt artikel 31.1 in fine van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (oud artikel 26, in fine W.I. B) de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de mate dat het geïnterpreteerd wordt als een belastingvrijstelling die aan buitenlandse
kaderleden, die in België verblijven, wordt toegestaan, en geweigerd aan Belgische kaderleden terwijl, zowel het Belgisch kaderlid als het buitenlands kaderlid een internationale loopbaan hebben die ertoe leidt dat zij zich met hun echtgenote en hun kinderen in v
erschillende landen moeten vestigen om er hun ...[+++]professionele activiteit uit te oefenen ?
« L'article 31, 1°, in fine du Code des impôts sur les revenus 1992 (ancien article 26, in fine du C. I. R) viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de la Constitution dans la mesure où il est interprété comme une exemption d'impôt qui est accordée aux cadres étrangers résidant en Belgique et qui est refusée aux cadres belges alors que tant le cadre belge que le cadre étranger ont une carrière internationale qui a pour effet qu'ils doivent s'établir avec leur épouse et leurs enfants dans différents pays pour y exercer leur activité professionnelle ?