Uit het voorgaande volgt dat er, op het vlak va
n de invloed van de bemiddeling en het herstelgericht groepsoverleg op het verval van de (straf)vordering, slechts een verschil in behandeling bestaat tussen personen, naargelang zij vallen onder de rechtsmacht van de jeugdrechtbank dan wel van de gemeenrechtelijke strafgerechten, in zoverre artikel 216ter van het Wetboek van strafvordering, in tegenstelling tot artikel 45quater van de wet van 8 april 1965, voorziet in een automatisch verval van de strafvordering wanneer de door de procureur des Konings op grond van die bepaling voorgestelde
bemiddeling tot een ...[+++]resultaat leidt.
Il résulte de ce qui précède, concernant l'influence de la médiation et de la concertation restauratrice en groupe sur l'extinction de l'action (publique), qu'il n'existe une différence de traitement entre les personnes, selon qu'elles relèvent du tribunal de la jeunesse ou des juridictions pénales de droit commun, qu'en ce que l'article 216ter du Code d'instruction criminelle, contrairement à l'article 45quater de la loi du 8 avril 1965, prévoit une extinction automatique de l'action publique lorsque la médiation proposée par le procureur du Roi sur la base de cette disposition aboutit à un résultat.