Het inlichtingenbeleid gaat uit van politieke en administratieve organen : het Ministerieel Comité voor inlichtingen en het College voor inlichtingen; deze organen beschikken over instrumenten : de Veiligheid van de Staat en ADIV; deze laatsten kunnen een aantal methoden aanwenden die de wetgever in een reglement heeft vastgelegd of zal vastleggen; ten slotte houdt het Parlement toezicht, hetzij rechtstreeks hetzij door bemiddeling van het Comité I op het inlichtingenbeleid.
Cette politique du renseignement repose sur des organes politique et administratif : le Comité ministériel du renseignement et le Collège du renseignement; ces organes disposent d'instruments : la Sûreté de l'État et le SGR; ces derniers sont autorisés à recourir à un certain nombre de méthodes qui sont ou seront réglementées par le législateur; enfin, la politique du renseignement est contrôlée par le parlement soit directement soit par l'intermédiaire du Comité R.