Na afloop van die periode van vijftig jaar waren de lidstaten van mening dat het verdrag moest worden aangepast om de onderlinge samenwerking binnen de Benelux nieuw leven in te blazen, de nieuwe aspecten van samenwerking te integreren en de samenwerking aan te passen aan de nieuwe federale structuur van de Belgische Staat.
À l'issue de cette période de cinquante ans, les États membres étaient d'avis que le traité devait être adapté afin de pouvoir dynamiser la coopération mutuelle au sein du Benelux, intégrer les nouveaux aspects de la coopération et l'adapter à la nouvelle structure fédérale de l'État belge.