Daaruit volgt dat wanneer een samenwerkingsakkoord, zoals hier zeker het geval is, tegelijkertijd de bevoegdheden raakt van de verschillende partijen bij het akkoord, in dat akkoord niet een bepaalde overheid die tot een bepaald bevoegdheidsniveau behoort, opgedragen mag worden alleen bepaalde beslissingen te nemen, zonder dat overheden van de andere betrokken bevoegdheidsniveaus, op het stuk van hun bevoegdheden, deel kunnen hebben aan het nemen van die beslissingen of zich kunnen verzetten tegen de maatregelen die de eerste overheid van plan is uit te vaardigen.
Il s'ensuit que là où, comme en l'espèce, un accord de coopération concerne indissociablement les compétences des diverses parties à l'accord, celui-ci ne peut charger une autorité relevant d'un niveau de pouvoir de prendre seule certaines décisions, sans que des autorités relevant des autres niveaux de pouvoir concernés ne puissent, dans le domaine de leurs compétences, avoir part à ces décisions ou s'opposer aux mesures envisagées par la première autorité.