Het voorstel combineert deze vier richtlijnen in één enkel horizontaal instrument dat de gemeenschappelijke aspecten op systematische wijze regelt, de bestaande regels vereenvoudigt en bijwerkt, inconsistenties wegneemt en hiaten opvult. Het voorstel volgt niet dezelfde minimumharmonisatiebenadering als de vier bestaande richtlijnen (d.w.z. lidstaten kunnen striktere nationale regels handhaven of invoeren dan die in de richtlijnen); in plaats daarvan is gekozen voor een benadering van volledige harmonisatie (d.w.z. lidstaten mogen geen bepalingen handhaven of invoeren die afwijken van die van de richtlijn).
La proposition fond ces quatre directives en un seul instrument horizontal qui réglemente les aspects communs de manière systématique, en simplifiant et actualisant les règles existantes, en supprimant les incohérences et en comblant les lacunes. Elle s'écarte du principe d'harmonisation minimale observé dans les quatre directives existantes (selon lequel les États membres peuvent maintenir ou adopter des règles nationales plus strictes que celles établies par la directive), pour adopter une approche d'harmonisation complète (qui interdit aux États membres de maintenir ou d'adopter des dispositions s'écartant de la directive).