Door de rolrechten te laten differentiëren naar gelang van de waarde van de vordering betracht de wetgever aldus de rolrechten « in overeenstemming te brengen met de vermoede inspanning en kosten van het gerechtelijke apparaat » (ibid., DOC 54-0906/001, p. 7).
En faisant varier les droits de mise au rôle en fonction de la valeur de la demande, le législateur tente ainsi « de les mettre en adéquation avec l'action et les coûts présumés de l'appareil judiciaire » (ibid., DOC 54-0906/001, p. 7).