« Art. 11. — In artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden de woorden « of van een kind waarvoor een mee-ouderschapsovereenkomst bestaat overeenkomstig de bepalingen van Boek I, Titel VIIIbis van het Burgerlijk Wetboek, betreffende het meeouderschap van de echtgenoot of de samenwonende partner » ingevoegd tussen de woorden « waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat » en de woorden « gedurende tien dagen ».
« Art. 11. — À l'article 30, § 2, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, sont insérés les mots « ou d'un enfant faisant l'objet d'une convention de co-parenté conformément aux dispositions du Livre Premier, Titre VIIIbis du Code civil, relatif à la co-parenté du conjoint ou du cohabitant » entre les mots « dont la filiation est établie à son égard » et les mots « pendant dix jours».