Artikel 52 van de voormelde wet van 8 april 1965 staat de jeugdrechtbank toe om voorlopig, gedurende een rechtspleging strekkende tot de toepassing van een maatregel van bewaring, behoeding en opvoeding, de nodige maatregelen van bewaring te nemen, waaronder die welke zijn bedoeld in artikel 37, § 2, 3° en 4°, van de wet van 8 april 1965.
L'article 52 de la loi précitée du 8 avril 1965 autorise le tribunal de la jeunesse à prendre provisoirement, pendant la durée d'une procédure tendant à l'application d'une mesure de garde, de préservation et d'éducation, les mesures de garde nécessaires parmi lesquelles figurent celles qui sont visées à l'article 37, § 2, 3° et 4°, de la loi du 8 avril 1965.