- Wat de soorten bedoeld in bijlage II. 3., deel 2, betreft, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien de maatregel niet direct noch indirect afbreuk doet aan het behoud of herstel in een gunstige staat van instandhouding van de populaties van de betrokken soorten, kan voor de installatie van uitrustingen van gemeenschappelijk nut of openbare dienstverlening worden afgeweken van de verbodsbepalingen bedoeld in artikelen 68, § 1, 1°, 5° en 6° en 70, § 2, 1° en 5°.
- Pour les espèces visées à l'annexe II. 3., partie 2, s'il n'existe pas d'autre solution satisfaisante et si la mesure ne nuit pas directement ou indirectement au maintien ou au rétablissement dans un état de conservation favorable des populations des espèces concernées, il peut être dérogé aux interdictions visées aux articles 68, § 1, 1°, 5° et 6° et 70, § 2, 1° et 5° pour l'installation d'équipements d'intérêt collectif ou de service public.