Iemand die bijvoorbeeld tijdens zijn regelmatig en legaal kort verblijf een arbeidskaart bekomt (de loutere aanvraag voldoet niet) of een attest van inschrijving aan een onderwijsinstelling bedoeld in artikel 59 van de wet van 15 december 1980 (en daarbij voldoet aan alle andere aan het verblijf van een student gestelde voorwaarden), kan de aanvraag indienen op grond van artikel 9, derde lid, of artikel 58, derde lid, van de wet van 15 december 1980, zonder dat daarbij buitengewone omstandigheden dienen aangeduid te worden.
L'étranger qui obtient par exemple au cours de son court séjour légal et régulier un permis de travail (une simple demande de permis de travail ne suffit pas) ou une attestation d'inscription dans un établissement d'enseignement visé à l'article 59 de la loi du 15 décembre 1980 (et réunit les autres conditions relatives au séjour en tant qu'étudiant), peut introduire la demande d'autorisation de séjour sur la base de l'article 9, alinéa 3, ou de l'article 58, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980, sans devoir faire la preuve de circonstances exceptionnelles.