1. Wanneer er gedurende hetzelfde tijdvak en aan dezelfde persoon bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties, als bedoeld in artikel 4, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 1408/71, kunnen worden verleend krachtens artikel 10 bis van genoemde verordening door het bevoegde orgaan van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan die persoon woont, en krachtens artikel 2 van onderhavige verordening door het bevoegde orgaan van een andere Lid-Staat, heeft de belanghebbende op deze prestaties slechts recht tot ten hoogste het bedrag van de hoogste bijzondere prestatie waarop hij op grond van een van de betrokken wettelijke regelingen aanspraak zou kunnen maken.
1. Lorsque des prestations spéciales à caractère non contributif visées à l'article 4 paragraphe 2 bis du règlement (CEE) no 1408/71 peuvent, au cours de la même période et pour la même personne, être servies au titre de l'article 10 bis du même règlement par l'institution compétente de l'État membre sur le territoire duquel réside cette personne et au titre de l'article 2 du présent règlement par l'institution compétente d'un autre État membre, l'intéressé ne peut cumuler ces prestations que dans la limite du montant de la prestation spéciale la plus élevée à laquelle il pourrait prétendre en application d'une des législations en cause.