3. Indien een persoon in de grensregio van de verzoekende staat is aangehouden binnen 48 uur nadat hij op illegale wijze de staatsgrens heeft overschreden (met inbegrip van zeehavens en luchthavens) rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte staat, kan de verzoekende staat, onverminderd het bepaalde in lid 2, binnen twee dagen na de aanhouding van deze persoon een overnameverzoek indienen (versnelde procedure).
3. Sans préjudice du paragraphe 2, si une personne a été appréhendée dans la région frontalière de l’État requérant dans les quarante-huit heures suivant son franchissement illégal de la frontière nationale (ports maritimes et aéroports compris), en provenance directe du territoire de l’État requis, l’État requérant peut présenter une demande de réadmission dans les deux jours suivant l’arrestation de cette personne (procédure accélérée).