Traduction de «binnenlandse arbeidsmarkt echter » (Néerlandais → Français) :

Wanneer de binnenlandse arbeidsmarkt echter ernstig is verstoord, bijvoorbeeld bij hoge werkloosheid voor een bepaald beroep of in een bepaalde sector, waarbij die verstoringen tot bepaalde regio's of andere delen van het grondgebied beperkt kunnen zijn, moet een lidstaat deze toestand op zijn arbeidsmarkt in aanmerking kunnen nemen vooraleer hij een Europese blauwe kaart uitreikt.
Toutefois, dans les cas où le marché national du travail est confronté à de graves perturbations telles qu’un niveau de chômage élevé dans une profession ou un secteur donné, qui peuvent être limitées à certaines régions ou à d’autres parties du territoire, un État membre devrait pouvoir tenir compte de la situation de son marché du travail avant de délivrer une carte bleue européenne.

1. stelt vast dat het economisch herstel in de eurozone een zichzelf oin stand houdend proces is geworden met de binnenlandse vraag als voornaamste drijvende kracht; stelt vast dat in 2006 2 miljoen banen zijn gecreëerd en dat de werkloosheid is gedaald van 8,4% tot 7,6%; stelt echter vast dat structurele obstakels, met name de geringe particuliere en overheidsinvesteringen in een aantal sleutelsectoren zoals onderzoek, onderwijs en opleiding, blijven bijdragen aan dit onaanvaardbaar hoge niveau van werkloosheid en dat de participatie op de arbeidsmarkt internationaal gezien nog altijd laag is;
1. note que la reprise économique dans la zone euro est devenue un processus induit par des facteurs endogènes, principalement sous l'impulsion de la demande intérieure; observe que, en 2006, deux millions d'emplois ont été créés et que le chômage est tombé de 8,4 % à 7,6 %; mais note qu'il subsiste, dans la zone euro, des obstacles structurels, notamment la faiblesse des investissements publics et privés nécessaires dans certains secteurs clés tels que la recherche, l'enseignement et la formation, qui contribuent à expliquer le niveau inacceptable du chômage et la faiblesse du taux d'activité en comparaison internationale;

1. stelt vast dat het economisch herstel in de eurozone een zichzelf onderhoudend proces is geworden met de binnenlandse vraag als voornaamste drijvende kracht; stelt vast dat in 2006 2 miljoen banen zijn gecreëerd en dat de werkloosheid is gedaald van 8,4% tot 7,6%; stelt echter vast dat structurele obstakels, met name de geringe particuliere en overheidsinvesteringen in een aantal sleutelsectoren zoals onderzoek, onderwijs en opleiding, blijven bijdragen aan dit onaanvaardbaar hoge niveau van werkloosheid en dat de participatie op de arbeidsmarkt internationaal gezien nog altijd laag is;
1. note que la reprise économique dans la zone euro est devenue un processus induit par des facteurs endogènes, principalement sous l'impulsion de la demande intérieure; observe que, en 2006, 2 millions d'emplois ont été créés et que le chômage est tombé de 8,4% à 7,6% ; mais note qu'il subsiste, dans la zone euro, des obstacles structurels, notamment la faiblesse des investissements publics et privés nécessaires dans certains secteurs clés tels que la recherche, l'enseignement et la formation, qui contribuent à expliquer le niveau inacceptable du chômage et la faiblesse du taux d'activité en comparaison internationale;

6. wijst erop dat de Europese Unie in 2006 haar toonaangevende rol als exportkampioen kon vergroten dankzij een toename van de uitvoer met 8%; stelt echter vast dat het uitvoeroverschot slechts 0,3 procentpunt van de huidige BBP-groei in de eurozone beslaat en benadrukt de risico's die aan de hoge koers van de euro ten opzichte van de dollar zijn verbonden; benadrukt het feit dat de huidige opleving van de economie in de eerste plaats het gevolg is van een herstel van de binnenlandse vraag, met name van de investeringen op korte termijn; wijst erop dat het fundamentele probleem van de Europese economie in de afgelopen tien jaar gelegen is in een tekortschietende binnenlandse vraag als gevolg van een door de hoge werkloosheid gemotiveerd gebrek aan vertrouwen in de economie; toont zich echter bezorgd over de vraag in hoeverre een continue toename van de investeringen en de consumentenuitgaven, in combinatie met een duurzame verbetering van de situatie op de arbeidsmarkt, kan worden bereikt, zodat deze voornamelijk cyclische opleving uitgroeit tot een aanhoudende opwaartse trend;
6. souligne que, en 2006, l'Union européenne a pu renforcer son rôle de leader comme première exportatrice mondiale avec une augmentation des exportations de 8%, mais fait observer que les excédents d'exportations ne représentent que environ 0,3% point de pourcentage de la croissance actuelle du PIB de la zone euro et que le taux de change euro/dollar élevé présente un risque; souligne que l'actuelle relance de l'économie s'appuie essentiellement sur une reprise de la demande intérieure et que ceci résulte largement d'investissements à court terme; indique que le problème fondamental de l'économie européenne au cours de la dernière décennie a été l'atonie de la demande intérieure qui découle d'une crise de confiance provoquée par le chômage; s'interroge sur la possibilité d'obtenir une augmentation continue des investissements et des dépenses de consommation en liaison avec une amélioration durable de la situation de l'emploi, afin que la reprise, qui a encore un caractère principalement cyclique, se transforme en reprise structurelle;

6. wijst erop dat de Europese Unie in 2006 haar toonaangevende rol als exportkampioen kon vergroten dankzij een toename van de uitvoer met 8,5 %, stelt echter vast dat het uitvoeroverschot slechts 0,3 procentpunt van de huidige BBP-groei in de eurozone beslaat en benadrukt de risico's die aan de hoge koers van de euro ten opzichte van de dollar zijn verbonden; benadrukt het feit dat de huidige opleving van de economie in de eerste plaats het gevolg is van een herstel van de binnenlandse vraag, met name van de investeringen op korte termijn; wijst erop dat het fundamentele probleem van de Europese economie in de afgelopen tien jaar gelegen is in een tekortschietende binnenlandse vraag als gevolg van een door de hoge werkloosheid gemotiveerd gebrek aan vertrouwen in de economie; toont zich echter bezorgd over de vraag in hoeverre een continue toename van de investeringen en de consumentenuitgaven, in combinatie met een duurzame verbetering van de situatie op de arbeidsmarkt, kan worden bereikt, zodat deze voornamelijk cyclische opleving uitgroeit tot een aanhoudende opwaartse trend;
6. souligne qu'en 2006, l'Union européenne a pu renforcer son rôle de leader comme première exportatrice mondiale avec une augmentation des exportations de 8%, mais fait observer que les excédents d'exportations ne représentent que 0,3% environ de points de pourcentage de la croissance actuelle du PIB de la zone euro et que le taux de change euro/dollar élevé présente un risque; souligne que l'actuelle relance de l'économie s'appuie essentiellement sur une reprise de la demande intérieure qui elle-même se nourrit d'investissements à court terme; indique que le problème fondamental de l'économie européenne au cours de la dernière décennie a été l'atonie de la demande intérieure qui découle d'une crise de confiance provoquée à l'origine par le chômage; s'interroge sur la possibilité d'obtenir une augmentation continue des investissements et des dépenses de consommation en liaison avec une amélioration durable de la situation de l'emploi, afin que la reprise, qui a encore un caractère principalement cyclique, se transforme en reprise structurelle;

De onderliggende inflatie ten gevolge van binnenlandse factoren is echter in 1998 duidelijk toegenomen en gezien het verre ontwikkelingsstadium van Denemarken in de zakencyclus en de krappe arbeidsmarkt bestaat er voor de toekomst gevaar van inflatie.
Toutefois, l'inflation structurelle d'origine intérieure s'est manifestement accélérée en 1998 et, vu le stade avancé où se situe le Danemark dans le cycle conjoncturel et l'exiguïté de son marché du travail, des risques planent sur les perspectives en matière d'inflation.