Aangezien de Walen geen Nederlands wilden leren, kwam tweetaligheid neer op een ambtenmonopolie van de Vlamingen, van wie men er blijkbaar vanuit ging dat het vanzelfsprekend was dat zij het Frans grondig beheersten !
Puisque les Wallons ne voulaient pas apprendre le néerlandais, le bilinguisme impliquait que la fonction publique serait monopolisée par les Flamands, dont on supposait sans doute qu'ils maîtrisaient bien sûr parfaitement le français !