Uit de bewoordingen van artikel 1, 8° van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers (BS 25.8.2003) blijkt dat de notie " opleiding" voor de toepassing van dat besluit moet worden begrepen als " onderricht dat niet uitsluitend of hoofdzakelijk op de huidige of toekomstige functie van de werknemer gericht is, maar door middel waarvan bekwaamheden worden verkregen die in ruime mate naar ande
re ondernemingen of werkgebieden overdraagbaar zijn, zodat de brede inzetbaarheid van de wer
...[+++]knemer op de arbeidsmarkt rechtstreeks of onrechtstreeks wordt verbeterd" .
Il ressort des termes de l'article 1er, 8° de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 juillet 2003 relatif aux chèques-formation et chèques-accompagnement pour travailleurs (MB 25.8.2003), que pour l'application de cet arrêté, il convient d'entendre par " formation" , " des formations ne visant pas exclusivement ou principalement la fonction actuelle ou future des travailleurs, mais par lesquelles on acquiert des compétences qui sont largement transmissibles vers d'autres entreprises ou domaines de travail, résultant directement ou indirectement en une amélioration de l'employabilité du travailleur sur le marché du travail" .