g) de noodzaak van de bevordering van de invoering van alternatieve brandstoffen, onder meer biobrandstoffen, alsmede de noodzaak om wijzigingen aan te brengen in andere parameters in de brandstofspecificaties, zowel voor conventionele als voor alternatieve brandstoffen, bijvoorbeeld de wijzigingen die noodzakelijk zijn in de maximumvoorwaarden voor de vluchtigheid van benzine in deze richtlijn voor de toepassing daarvan op mengsels van bio-ethanol met benzine, alsmede vervolgens noodzakelijke wijzigingen in de norm EN 228:1999.
g) la nécessité d'encourager l'introduction de carburants de substitution, notamment les biocarburants, ainsi que la nécessité d'apporter des modifications à d'autres paramètres dans les spécifications relatives aux carburants, tant classiques que de substitution, par exemple les modifications des valeurs limites supérieures de volatilité des essences fixées dans la présente directive en vue de leur application aux mélanges de bioéthanol et d'essence et toute modification à apporter en conséquence à la norme EN 228:1999.