Wanneer is aangetoond dat deze identificatiemethode wegens de lichamelijke of gedragskenmerken van de betrokken soort niet kan worden toegepast, worden zij, evenals vogels die in het buitenland gekweekt werden, geïdentificeerd door middel van een fraudebestendige microchiptransponder met een uniek nummer, die voldoet aan de ISO-normen 11784 : 1996 (E) en 11785 : 1996 (E).
Lorsqu'il est démontré que cette méthode d'identification ne peut pas être appliquée en raison des propriétés physiques ou comportementales de l'espèce, ils sont identifiés, ainsi que les oiseaux élevés à l'étranger, au moyen d'un transpondeur à micropuce inaltérable portant un numéro spécifique et répondant aux normes ISO 11784 : 1996 (E) et 11785 : 1996 (E).