Om de instemming ongeldig te maken, moet de dwaling dus betrekking hebben op de gehele persoonlijkheid van de echtgenoot en niet op een of meer fysieke, burgerlijke of morele eigenschappen.
Pour vicier le consentement, l'erreur doit donc porter sur l'individualité tout entière de la personne du conjoint et non sur une ou plusieurs de ses qualités physiques, civiles ou morales.