Deze punctuele uitzondering van het beginsel van het ondeelbaar karakter van de verdeling werd onder meer door het Hof van Cassatie toegelaten volgens de bewoording van een arrest van 31 december 1968 waarbij het Hof oordeelde dat « Wanneer een onverdeeldheid onroerende goederen omvat die gelegen zijn in België en onroerende goederen in het buitenland, vormen de onroerende goederen gelegen in België enerzijds en de onroerende goederen gelegen in het buitenland anderzijds afzonderlijke entiteiten en kan de rechter in dergelijke gevallen partiële verdeling bevelen» (8) .
Cette exception ponctuelle au principe de l'indivisibilité du partage a notamment été admise par la Cour de cassation aux termes d'un arrêt du 31 décembre 1968 par lequel la Cour a jugé que « lorsqu'une indivision comprend des immeubles situés en Belgique et des immeubles situés à l'étranger, les biens situés en Belgique et les biens situés à l'étranger forment des entités distinctes et que, dans ce cas, le juge peut ordonner un partage partiel » (8) .