Op grond hiervan kunnen de volgende geografische gebieden worden omschreven: Scandinavië (Denemarken, Finland, Zweden en Noorwegen), Centraal- en West-Europa (België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Liechtenstein), Iberië (Portugal en Spanje), Tsjechië en Slowakije (Tsjechië en Slowakije) en alle overige EER-Staten afzonderlijk.
Sur cette base, il est possible de définir les régions géographiques suivantes: bassin nordique (Danemark, Suède, Finlande et Norvège), Europe du centre-ouest (Autriche, Belgique, Luxembourg, France, Allemagne, Liechtenstein et Pays-Bas), péninsule ibérique (Portugal, Espagne), région tchèque et slovaque (République tchèque et Slovaquie) et tous les autres États de l'EEE séparément.