33. is van mening dat er, in aanvulling op de politieke dialoog tussen Turkije en de EU, een reguliere, gestructureerde economische dialoog op hoog niveau moet plaatsvinden over kwesties van gemeenschappelijk belang, met inbegrip van handelsbetrekkingen met derde landen; onderstreept in dit verband de wisselwerking tussen een deugdelijke functionering van de rechtsstaat en economische ontwikkeling; is van mening dat vooruitgang ten aanzien van hoofdstuk 17 (economisch en monetair beleid) nuttig zou zijn voor de ontwikkeling en versterking van het Turkse economische, institutionele en juridische kader op dit gebied, met name wat betreft de onafh
ankelijkheid van de centrale bank ...[+++]; herinnert aan de verklaring van de Commissie dat opening van de hoofdstukken 5 (overheidsopdrachten), 8 (concurrentie) en 19 (werkgelegenheid en sociaal beleid) de economische samenwerking aanzienlijk zou versterken;
33. estime qu'un dialogue politique entre la Turquie et l'Union devrait s'accompagner d'un dialogue économique de haut niveau régulier et structuré sur des questions d'intérêt mutuel, dont les relations commerciales avec des pays tiers; insiste à cet égard sur l'interaction entre le bon fonctionnement de l'état de droit et le développement économique; estime que les progrès relatifs au chapitre 17 (politique économique et monétaire) seraient utiles pour développer et renforcer la structure économique, institutionnelle et juri
dique de la Turquie dans ce domaine, eu égard à l'indépe
ndance de la Banque ...[+++]centrale; rappelle la déclaration de la Commission selon laquelle l'ouverture des négociations relatives aux chapitres 5 (marchés publics), 8 (concurrence) et 19 (emploi et politique sociale) renforcerait largement la coopération économique;