Het lid was dan ook van oordeel dat nu het de bijzondere intentie van de grondwetgever was de materie van de organisatie van de hoven en rechtbanken onder het regime van het verplicht bicamerisme te brengen, het dan ook logisch was, omwille van die coherentie, aan de oprichting van een orgaan dat met groot gezag de minister van Justitie en de Wetgevende Kamers over de organisatie van de hoven en rechtbanken moet adviseren, een zelfde kwalificatie toe te kennen.
Et le membre de conclure que, dès lors que le constituant avait l'intention spécifique de faire de l'organisation des cours et tribunaux une matière relevant du régime du bicaméralisme obligatoire, il n'est que logique, en vue précisément de tendre à la cohérence précitée, de conférer la même qualification à la création d'un organe chargé de conseiller le ministre de la Justice et les Chambres législatives, avec une grande autorité morale, sur l'organisation des cours et tribunaux.
