(5) Volgens de actuele regel vervat in artikel 915, § 4, wordt het voorbehouden erfdeel naar evenredigheid op dat van de mede-erfgenamen en op het beschikbaar deel toegerekend; deze proportionele toerekening blijkt in de praktijk tot onnoemelijke problemen te leiden, di
e voortaan vermeden moeten worden; voor het vruchtgebruik op de aanw
insten valt er niet nader te bepalen of de reserve dan wel het beschikbaar deel ermee belast wordt; de abstracte reserve van de langstlevende wordt immers louter bepaald door de aard van de goederen
...[+++]die ermee belast zijn, ongeacht wie die goederen bij de verdeling van de nalatenschap verkrijgt; wel wordt benadrukt dat de last van dit vruchtgebruik tussen de reservataire erfgenamen (de afstammelingen dus) proportioneel moet worden omgeslagen, zodat ieder op dezelfde wijze minstens de waarde daarvan draagt.(5) Selon la règle actuelle prévue à l'article 915, § 4, la réserve du conjoint survivant est répartie proportionnellement entre la réserve des cohéritiers et la quotité disponible; cette imputation proportionnelle donne lieu à des p
roblèmes insolubles dans la pratique, qu'il faut donc éviter désormais; pour l'usufruit sur les acquêts il n'y a pas lieu de préciser si c'est la réserve ou la quotité disponible qui en est grevé
e, puisque seule la nature des biens détermine l'importance de la réserve abstraite, peu importe celui qui les
...[+++] reçoit en partage lors de la liquidation de la succession; par contre, il est précisé que la charge de cet usufruit doit être répartie proportionnellement entre les héritiers réservataires (les descendants donc), de sorte que chacun d'entre eux en supporte au moins la charge en valeur.