5. stelt met bezorgdheid vast dat niet alle lidstaten even serieus te werk zijn gegaan bij het implementeren van
de landenspecifieke aanbevelingen van vorig jaar en dat de implementatie in het algemeen te wensen overlaat; wijst nog eens op de noodzaak van beleidscoördinatie in de Unie en hamert op het belang van het implementeren van de landenspecif
ieke aanbevelingen, teneinde te komen tot een consistente en billijke tenuitvoerlegging van het kader voor economische governance in alle lidstaten; onderstreept dat de tekortschietende i
...[+++]mplementatie van de landenspecifieke aanbevelingen in sommige lidstaten de ontwikkeling van een groei- en investeringsvriendelijk klimaat in de weg staat; verzoekt de Commissie om, rekening houdend met de resolutie van het Parlement van 24 juni 2015 over de evaluatie van het kader voor economische governance: balansen uitdagingen, na te denken over de invoering van een mechanisme dat de lidstaten aanmoedigt de landenspecifieke aanbevelingen te implementeren, met name op de gebieden met de grootste spill-overeffecten, en over manieren om ervoor te zorgen dat de aanbevelingen van het Europees semester op doeltreffender wijze ten uitvoer worden gelegd en van follow-up worden voorzien; verzoekt de Commissie in dit verband een document voor te leggen met een alomvattende beoordeling van de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de landenspecifieke aanbevelingen in elke lidstaat, en daarin ook expliciet aanbevelingen op te nemen gericht op het verwezenlijken van de opgewaardeerde nationale doelen van Europa 2020; beveelt aan de relevantie te onderzoeken van de landenspecifieke aanbevelingen die in het verleden voor verschillende lidstaten werden geformuleerd, om achteraf te kunnen beoordelen of deze aanbevelingen toen wat toepassingsgebied, timing, fasering en sequentie betreft voldeden, en te achterhalen welke sociale gevolgen ze hebben gehad en op welke manier ze al dan niet bijdragen tot het verkleinen van de economisch ...