3. herinnert eraan dat met het akkoord dat in de Conventie bereikt werd terzake van de minister van Buitenlandse Zaken doelbewust beoogd wordt een aantal functies in verband met de externe betrekkingen onder een hoed te brengen, namelijk die van de hoge vertegenwoordiger, van de Commissaris die verantwoordelijk is voor coördinatie van het extern beleid en die van de voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken; is van oordeel dat elke poging om een van deze elementen te schrappen, te beperken of af te zwakken het einde van het compromis betekent;
3. rappelle que l'accord dégagé au sein de la Convention au sujet du ministre des affaires étrangères visait expressément à regrouper un certain nombre de fonctions touchant aux relations extérieures, à savoir celles du Haut Représentant, du commissaire chargé de coordonner les politiques extérieures et de la présidence du Conseil Affaires étrangères; considère que tout effort tendant à supprimer, à amputer ou à affaiblir un de ces éléments mettrait à mal le compromis;