De verzoekende partijen voeren eveneens aan dat de bestreden wet het anatomische kader van de in artikel 12 van die wet beoogde specialismen, op arbitraire wijze begrijpt, aangezien de geneesheer-specialist in de heelkunde bij artikel 9 van de wet bevoegd is om het geheel van de esthetisch-heelkundige ingrepen uit te voeren, terwijl het anatomische kader van zijn specialisatie zou kunnen worden bepaald en de esthetische ingrepen waarvoor hij aldus bevoegd is om ze uit te voeren, geen deel uitmaken van zijn dagelijkse praktijk.
Les parties requérantes allèguent également que la loi attaquée appréhende de manière arbitraire le cadre anatomique des spécialités visées à l'article 12 de la loi attaquée, dès lors que l'article 9 de la loi habilite le médecin spécialiste en chirurgie à réaliser l'ensemble des actes de chirurgie esthétique, alors que le cadre anatomique de sa spécialisation pourrait être défini et que les actes esthétiques qu'il est ainsi habilité à pratiquer ne font pas partie de sa pratique quotidienne.