« 5º het tuchtstelsel voor de burgemeesters, met dien verstande dat de burgemeester, die bij de algemene vergadering van de afdeling administratie van de
Raad van State een beroep in hoogste aanleg instelt tegen een tegen hem uitgesproken tuchtsanctie die niet gebaseerd is op zijn kennelijk wangedrag, wegens de niet-naleving van een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, een reglement of een administratieve handeling, de Kamer kan verzoeken een prejudiciële vraag te stellen aan het Arbitragehof, dat zal nagaan of de wet, het decreet of de in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel die de grondslag vormt
...[+++] voor het reglement of de administratieve handeling, geen overtreding vormt van artikel 16bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen of artikel 5bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; het Arbitragehof doet uitspraak binnen een termijn van zestig dagen; het beroep van de burgemeester is opschortend; de Raad van State doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van zestig dagen vanaf de dag waarop het beroep ingesteld werd; of indien de verwijzing naar het Arbitragehof wordt gevraagd doet de Raad uitspraak binnen zestig dagen na de uitspraak van het Arbitragehof. »« 5º le régime disciplinaire des bourgmestres, étant entendu que le bourgmestre qui introduit auprès de l'assemblée générale de la section administration du Conseil d'État, un recours en dernier ressort contre la sanction disciplinaire prononcée contre lui et qui n'est pas basée sur son inconduite notoire, pour cause de non-respect d'une loi, d'un décret ou d'un règle visée à l'article 134 de la Constitution, d'un règlement ou d'un acte administratif, peut demander qu'elle pose une question préjudicielle à la Cour d'arbitrage qui vérifiera si la loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 de la Constitution qui est à la base du règlement ou de l'acte administratif ne constitue pas une violation de l'article 16bis de la loi spéciale du
...[+++]8 août 1980 de réformes institutionnelles ou de l'article 5bis de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises; la Cour d'arbitrage statue dans un délai de 60 jours; le recours du bourgmestre est suspensif; le Conseil d'État statue sur le recours dans un délai de 60 jours à dater de l'introduction du recours; ou, si le renvoi à la Cour d'arbitrage est demandé, le Conseil d'État statue dans les 60 jours de la décision de la Cour d'arbitrage».