Aan de ene kant is het natuurlijk zo dat de buitengrenzen behoren tot grondgebieden die onder de exclusieve soevereiniteit van de lidstaten vallen, maar het is ook waar dat dit grondgebieden zijn waarvan de integriteit en bescherming iedereen aangaat, en datzelfde geldt voor het toezicht daarop. De problemen die zich aan die grenzen voordoen móeten immers wel een weerslag hebben op de overige lidstaten.
Dans ce contexte, il est clair que les frontières extérieures de l’Union constituent un territoire sous la souveraineté exclusive des États membres, mais ce sont également des territoires dont l’intégrité, le contrôle et la protection sont dans l’intérêt de chacun, étant donné que les problèmes qui surviennent à ces frontières ont tendance à avoir des répercussions pour d’autres États membres.