Zodoende maakt de decreetgever wel degelijk een ongeoorloofde inbreuk op de artikelen 127 tot 129 en 170, § 4, van de Grondwet.
De la sorte, le législateur décrétal porte bel et bien atteinte, de façon illicite, aux articles 127 à 129 et 170, § 4, de la Constitution.