G. overwegende dat er een toename is geweest van homohaat in verschillende lidstaten, zoals het verbod op "gay pride" of gelijkheidsmarsen, het gebruik van bedreigende taal of haatzaaiende taal door vooraanstaande politici en religieuze leiders, het feit dat de politie er niet in is geslaagd adequate bescherming te bieden of zelfs vreedzame demonstraties uiteen heeft gejaagd, gewelddadige demonstraties door groepen homohaters, en de invoering van veranderingen in de grondwetten om relaties van hetzelfde geslacht expliciet te verbieden,
G. considérant que l'on observe une montée des attitudes homophobes dans plusieurs États membres, tendance qu'illustrent l'interdiction de parades gays ou de marches pour l'égalité, la tenue de propos menaçants ou de discours haineux par des dirigeants politiques et des chefs religieux, l'incapacité de la police à assurer une protection adéquate, voire l'intervention des forces de police pour disperser des manifestations pacifiques, les manifestations violentes de groupes homophobes et l'introduction d'amendements constitutionnels visant expressément à interdire les unions homosexuelles;