Art. 15. In afwijking van artikel 5, § 2, van hetzelfde decreet kunnen de personen die werkende of plaatsvervangende leden zijn op de datum van de tweede hernieuwing van de Raad te rekenen vanaf zijn oprichting, een derde mandaat van 5 jaar uitoefenen.
Art. 15. Par dérogation à l'article 5, § 2, du même décret, les personnes qui sont membres effectifs ou suppléants à la date du deuxième renouvellement du Conseil à compter de sa création, peuvent se voir confier un troisième mandat de 5 ans.