Kortom, een bedrijf dat verticaal geïntegreerd blijft, heeft de ingebouwde neiging om zowel te weinig te investeren in nieuwe netwerken (gezien de vrees dat dergelijke investeringen het voor concurrenten gemakkelijker maakt om in te breken in de "eigen" thuismarkt) als zoveel mogelijk zijn eigen verkoopsorganisatie qua netwerktoegang te bevoordelen.
En résumé, une entreprise qui reste verticalement intégrée a intrinsèquement tendance à la fois à sous-investir dans de nouveaux réseaux (de crainte que ces investissements n'aident ses concurrents à prospérer sur «son» marché national) et – si possible – à privilégier ses propres sociétés de ventes pour ce qui est de l’accès aux réseaux.