151. dringt er bij de EU op aan dat zij proactief reageert op het toenemend gebruik van wetten tegen afvalligheid, blasfemie en bekering, en op de rol die deze spelen in de toename van religieuze onverdraagzaamheid en discriminatie; benadrukt dat in internationale wetgeving onder meer het recht is vastgelegd om een godsdienst of overtuiging te hebben of aan te nemen of van godsdienst of overtuiging te veranderen; roept de HV/VV en de EU-instellingen op om maatregelen te nemen tegen onaanvaardbare praktijken door druk uit te oefenen op de derde landen in kwestie, met bijzondere nadruk op de partnerlanden van de EU die nog steeds zulke praktijken uitoefenen, zodat deze praktijken een halt kan worden toegeroepen; spoort de EU aan om zich ui
...[+++]t te spreken tegen het gebruik door regeringen van dit soort wetten en om het recht van mensen om van godsdienst te veranderen te verdedigen, in het bijzonder in de landen waar op afvalligheid de doodstraf staat; 151. demande instamment à l'Union de répondre de manière proactive à l'utilisation accrue des lois sur l'apostasie, sur le blasphème et anti-conversion, ainsi qu'au rôle qu'elles jouent dans la montée de l'intolérance et de la discrimination religieuses; insiste
sur le fait que le droit international inclut le droit d'avoir une religion ou une conviction, d'en adopter une et d'en changer; invite la VP/HR et les autres instit
utions de l'Union à lutter contre les pratiques inacceptables en exerçant une pression sur ces pays tiers, tou
...[+++]t en accordant une attention particulière aux partenaires de l'Union qui poursuivent ces pratiques, afin de garantir qu'il y soit mis fin; encourage l'Union à s'élever contre l'utilisation, par les gouvernements, de telles lois, et à encourager le droit des personnes à changer de religion, en particulier dans les pays où l'apostasie est passible de la peine de mort;