De toekenning, bij artikel 1 van de wet van 25 juli 1893, aan de gevangenisdirecteur of diens gemachtigde, van de bevoegdheid om de verklaring van hoger beroep o
f de verklaring van cassatieberoep in s
trafzaken, afgelegd door een gedetineerde, in ontvangst te nemen, had tot doel die verklaringen te vergemakkelijken teneinde de nadelen te verhelpen die voortvloeiden uit het feit dat, voor die verklaringen, « hetzij de bevoegde griffier naar de inrichting moest worden gevoerd, hetzij de gedetineerde naar de griffie » (Parl. St., Kamer, 1892-1893, nr. 89, bijlage; Parl. St., Sen
...[+++]aat, 1892-1893, nr. 112, p. 1).L'attribution, par l'article 1 de la loi du 25 juillet 1893, au directeur de la prison ou à son délégué de la compétence de recevoir la déclaration d'appel ou la déclar
ation de recours en cassation en matière pénale, formée p
ar un détenu, avait pour but de faciliter ces déclarations afin de porter remède aux inconvénients résultant du fait que ces déclarations nécessitaient le « transport, soit du greffier compétent à l'établissement, soit du reclus au greffe » (Doc. parl., Chambre, 1892-1893, n° 89, annexe; Doc. parl., Sénat, 1892-1
...[+++]893, n° 112, p. 1).