« Houdt de programmawet van 27 december 2006 geen discriminatie ten aanzien van de artikelen 10 of 11
van de Grondwet in, doordat zij in artikel 73 bepaalt dat zolang de huurovereenkomst niet geregistreerd is na de termijn van twee maanden bedoeld in artikel 32, 5°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, zowel de opzeggingstermijn bedoeld in het eerste lid van artikel 3 van de wet van 20 februari 1991 betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder, als de vergoeding bedoeld in het tweede lid van dat artikel, niet van toepassing zijn, waarbij die bep
...[+++]aling enkel paragraaf 5 van hetzelfde artikel 3 beoogt en niet paragraaf 6 van dat artikel, temeer daar een huurder die gebonden is door een huurovereenkomst van negen jaar, zich kan beroepen op de sanctie waarin is voorzien bij niet-registratie, en dit eveneens tijdens de eerste drie jaar van de huurovereenkomst ?« N'y a-t-il pas discrimination par rapport aux articles 10 ou 11 de la Constitution dans la loi-programme du 27 décembre 2006 en ce qu'elle dispose dans son article 73 qu'après la période de deux mois visée à l'article 32, 5°, du Code des Droits d'Enregistrement, d'Hypothèque et de Greffe, qu'aussi longtemps que le contrat de bail n'est pas enregistré, tant le délai du congé visé à l'alinéa 1 que l'indemnité visée à l'alinéa 2 de l'article 3 de la loi du 20 février 1991 portant sur les baux relatifs à la résidence principale du preneur ne sont pas d'application, ne vise que le paragraphe 5 du même article 3 et ne vise pas le paragraphe 6 de cet article, d'autant plus que la san
ction mise en place pour ...[+++] le non-enregistrement peut être invoquée par un locataire lié par une convention de bail de 9 ans et ce également pendant les 3 premières années du bail ?