2. Persoonlijke goederen mogen door hun aard of hoeveelheid geen commerciële bedoeling laten blijken en mogen evenmin bestemd zijn voor een economische activiteit in de zin van artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG.
2. Les biens personnels ne doivent traduire, par leur nature ou leur quantité, aucune préoccupation d’ordre commercial, ni être destinés à une activité économique au sens de l’article 9, paragraphe 1, de la directive 2006/112/CE.