Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 75, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet in zoverre het tot gevolg heeft een vennootschap die beantwoordt aan de criteria van een kmo in de zin van artikel 201, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek en die, wegens de uitoefening van haar maatschappelijk doel, het gebruik van de door haar verkregen vaste activa overdraagt aan een vennootschap die niet aan de criteria van een kmo beantwoordt, uit te sluiten van de investeringsaftrek.
Par ces motifs, la Cour dit pour droit : L'article 75, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1992 ne viole pas les dispositions des articles 10, 11 et 172 de la Constitution en ce qu'il a pour effet d'exclure de la déduction pour investissement une société qui répond aux critères de la PME au sens de l'article 201, alinéa 1, 1°, du même Code et qui, en raison de l'exercice de son objet social, cède l'usage de l'immobilisation acquise par elle à une société qui ne répond pas aux critères de la PME.