In 1989 verklaarde de minister van Financiën dat bij gedeeld hoederecht de kinderen niet tegelijkertijd door beide ouders fiscaal ten laste kunnen worden genomen (vraag nr. 192 van 21 maart 1989 van mevrouw Vogels, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1988-1989, nr. 54, blz. 4097).
En 1989, le ministre des Finances déclarait qu'en cas de garde partagée, les enfants ne pouvaient, sur le plan fiscal, être pris à charge simultanément par les deux parents (question no 192 du 21 mars 1989 de Mme Vogels, Questions et Réponses, Chambre, 1988-1989, no 54, p. 4097).