Daaruit volgt dat de zelfstandige van wie de inkomsten duidelijk stijgen in de loop van de eerste jaren van de vestiging een bijdrage verschuldigd zal zijn voor een bedrag gelijk aan 6,12 pct. van de ontvangen inkomsten in de loop van het jaar volgend op dat van de eerste vestiging, terwijl de zelfstandige van wie de inkomsten achteruitgaan, stabiel zijn of licht stijgen de bijdrage niet verschuldigd zal zijn of een bijdrage zal moeten betalen die naar boven toe begrensd is door het bedrag van de stijging van zijn inkomsten.
Il en résulte que le travailleur indépendant dont les revenus progressent significativement au cours des premières années d'établissement sera redevable d'une cotisation d'un montant égal à 6,12 p.c. des revenus perçus au cours de l'année qui suit celle du premier établissement, alors que le travailleur indépendant dont les revenus régressent, sont stables ou progressent faiblement ne devra pas la cotisation ou devra une cotisation plafonnée au montant de l'augmentation de ses revenus.