Volgens het Arbitragehof kan het gebrek aan medewerking vanwege de vreemdeling echter geen verlenging van de vrijheidsberoving rechtvaardigen, en is het principe van de onbeperkte verlengingen van talrijke maatregelen van gevangenhouding of van vasthouding op een bepaalde plaats van vreemdelingen een bovenmatige inbreuk op de individuele vrijheid (14).
La Cour d'arbitrage considère toutefois que l'absence de collaboration de l'étranger ne peut justifier une prolongation de la privation de liberté, et que le principe de prolongations illimitées en nombre des mesures de détention ou de maintien en un lieu déterminé d'étrangers constitue une atteinte disproportionnée à la liberté individuelle (14).