Wat het taalgebruik betreft is in artikel 46, § 2, van de wet bepaald dat de verzoeken moeten worden opgesteld in een van de officiële talen van België of, zo niet, vergezeld gaan van een voor eensluidend verklaarde vertaling in een van deze talen.
En ce qui concerne l'emploi des langues, l'article 46, § 2, de la loi prévoit que les demandes doivent être rédigées dans une des langues officielles de la Belgique ou, à défaut, être accompagnées d'une traduction dans une de ces langues.