a) indien toekenning van uitkeringen wegens beroepsziekte op grond van de wettelijke regeling van een Lid-Staat afhankelijk is van de voorwaarde dat de desbetreffende ziekte is vastgesteld binnen een bepaalde termijn na beëindiging van de laatste werkzaamheden waardoor een dergelijke ziekte kon ontstaan, houdt het bevoegde orgaan van die Staat, wanneer het nagaat op welk tijdstip die laatste werkzaamheden werden verricht, voor zover nodig rekening met gelijksoortige werkzaamheden welke onder de wettelijke regeling van iedere andere Lid-Staat zijn verricht, alsof zij onder de wettelijke regeling van eerstbedoelde Staat waren verricht;
a) si l'octroi des prestations de maladie professionnelle au titre de la législation d'un État membre est subordonné à la condition que la maladie considérée ait été constatée dans un délai déterminé après la cessation de la dernière activité susceptible de provoquer une telle maladie, l'institution compétente de cet État, quand elle examine à quel moment a été exercée cette dernière activité, tient compte, dans la mesure nécessaire, des activités de même nature exercées sous la législation de tout autre État membre, comme si elles avaient été exercées sous la législation du premier État;