Uit de probleemstelling meen ik te mogen afleiden dat de vraag van het
geacht lid in feite geen betrekking heeft op de behandeling van de aanvraag tot vrijstelling bedoeld in voormeld artikel 89 (die enkel de mogelijkheid opent tot het voldoen aan één van de voorwaarden om een activiteit op bijkomstige wijze uit te oefenen), maar wel op de
behandeling van een aangifte van een werkloze die effectief een dergelijke activiteit wenst te starten binnen het
...[+++]kader van hogervermeld artikel 48.
De la problématique évoquée, je pense pouvoir déduire que la question de l'honorable membre n'a, en fait, aucun rapport avec le traitement de la demande de dispense prévue à l'article 89 précité (qui n'ouvre que la possibilité de satisfaire à une des conditions pour pouvoir exercer une activité à titre accessoire), mais bien avec le traitement de la déclaration d'un chômeur qui désire effectivement entamer une telle activité dans le cadre de l'article 48 précité.