8. onderstreept het feit dat het eigen inkomen en het betaalde werk van vrouwen het sleutelelement blijft van hun economische autonomie en van meer gelijkheid van mannen en vrouwen in de maatschappij als geheel; dringt bij de lidstaten aan op individualisering van de socialezekerheidsrechten met inbegrip van de pensioenrechten;
8. souligne que le revenu propre et l'emploi rémunéré des femmes sont un élément essentiel de leur indépendance économique et d'une plus grande égalité de traitement entre les femmes et les hommes dans l'ensemble de la société; engage les États membres à individualiser les droits en matière de sécurité sociale, y compris les droits à pension;